Abonneren  Inloggen

Van Alois Senefelder tot Toulouse-Lautrec

4 mei 2021

DEEL 1 VAN EEN 4-DELIGE SERIE OVER GRAFISCHE REPRODUCTIEKUNST - Koop je ‘iets leuks boven de bank’ via internet of toch maar in een galerie? Een beetje inzicht kan geen kwaad. Het grafische métier bedient de reproductiemarkt met een verscheidenheid aan technieken. Grafisch specialist Jan Vroegop brengt overzicht aan in deze materie. In dit eerste deel gaat hij in op de start van het grafisch reproduceren met houten-, koperen- naar lithosteen drukvormen.

De speurtocht start met een schets van gebruik van houten-, koperen- naar lithosteen drukvormen. De vroege boekdrukkunst kon op twee manieren tekst en illustraties in een boek verwerken: via meebinden van (handingekleurde) kopergravure-gedrukte vellen op de juiste inslag met tekstvellen. Of efficiënt in een gecombineerde drukvorm afdrukken: via zwart/wit illustratiehoutsnedes- of houtgravureblokken die op ‘inslag’ mee werden ‘ingekooid’ tot een complete hoogdrukvorm. Mijn allereerste kennismaking met kunstreproducties waren de stichtelijke prenten van Gustave Doré (1832-1883), gegraveerd in kops hout, opgevolgd door cliché-omzetting. Van houtgravure- en houtsnedeblokken kon je nog wel een zekere oplage drukken. Qua vervaardiging eigenlijk een voorloper van de huidige scraperboard-techniek, waar je niet van kunt afdrukken.

Escher

In beide technieken graveer, schraap of snij je weg wat niet mag drukken; ook door Escher (1898-1972) toegepast. Het zijn technieken waar veel werk gaat zitten in het maken van verlooptinten. Originele houtblokafdrukken zijn herkenbaar aan een moet (reliëf in het papier, red.) in het papier door de drukspanning, plus hier en daar herkenbare houtnerven in de vlakke delen. Behoeftes om in prentafdrukken gemakkelijker verlooptinten en zelfs wat kleur aan te brengen, stimuleerden etstechnieken (lokaal op verschillende dieptes) in koperplaten; nu nog door kunstenaars beoefend zoals van de Japanner Tanaka Ryōhei: ets met aquatint uit 1993, getiteld ‘sneeuw en rieten dak nr. 120/518. Replica’s, gedrukt vanaf kopergravures en - etsen zijn doorgaans te herkennen aan de moet van de drukplaatranden in het papier. Raster is ook niet aanwezig, ondanks tintverloop. Een pure kopergravure is ook herkenbaar aan inkt die óp het papier ligt; een beetje reliëfachtig. Deze illustratietechniek werd uiteindelijk opgevolgd door de chromolithografie; zeg maar fullcolour steendruk.

Vermenigvuldiging op ets- en steendrukpersen

Vóór en lang na de Franse revolutie hebben kunstenaars moeite gedaan om hun oeuvre ‘aan de man’ te brengen door mappen met reproducties ervan te verkopen. Immers, oorspronkelijke schilderijen kwamen, al-dan-niet in opdracht, slechts in bezit bij de notabele klasse. Door beperkingen van houtsnede- en houtgravure-illustraties innoveerde nieuwe/snellere reproductiesystemen. Kunstemancipatie en oorlogsvoering stimuleerden vanaf ±1750 de groei van gespecialiseerde ateliers en grafische werkplaatsen voor replicaproducties. Voorafgaand aan steendruk floreerde de kopergravure en zustertechnieken vanaf koperplaten, zoals de ets en de mezzotint; heel geschikt om verlooptinten te maken. Met de door Alois Senefelder (1771-1834) ontwikkelde steendruk en vervolgens chromolithografie, kreeg men een alternatief om grootformaat kleurenlitho’s te vermenigvuldigen. Steendrukkerijen als ‘Imprimerie Affiches Américaines Charles Lévy’ beoefenden chromolithografie, waarbij drukvormen rechtstreeks op de lithografische steen werd getekend en gepunteerd.

http://www.metmuseum.org/art/collection/search/333990

Toulouse-Lautrec

Een kleurenlitho van Lévy is bijvoorbeeld Toulouse-Lautrec’s 190x116,5 cm affiche voor Moulin Rouge’s bals masqué met ‘La Goulue’ in 1891; in drie delen gedrukt/geplakt. (Authentiek exemplaar is nu een kostbaar verzamelstuk à > US$ 50.000 en als 40x65→55x80cm verkleinde poster in offsetdruk respectievelijk ‘fotoprint’ verkrijgbaar à 38€ -‘68€, met meer materiaalkeuzes. Via ebay als giclée nog kleiner/goedkoper). Hoogtepunt van Nederlandse steendrukkerijen was ‘Steendrukkerij de Jong&Co’ Hilversum (1911-1994); bekend van de Albert Hahn-affiches.

Brabantse tabaksindustrie

De Brabantse tabaksindustrie was klant bij de drukkerijen Vrijdag en Gestel, wiens originele steendrukpersen nu Steendrukmuseum in Valkenswaard ‘bevolken’ (www.steendrukmuseum.nl). Nederlands’ artistieke steendrukhoogtepunt was het steendrukatelier van etser, lithograaf, verzamelaar en galeriehouder Piet Clement (1937-2015) Zie ook YouTubefilmpje. Een evenknie is Steendrukkerij Aad Hekker in Amsterdam; YouTubefilmpje. Litho’s gedrukt door Piet Clement of Aad Hekker worden nieuwe originele kunstwerken, mits gesigneerd en voorzien van volgnummering. Crux hierachter is dat kunstenaars zelf hun werk creëren door rechtstreeks op de geprepareerde lithosteen te tekenen. Ook vond men een weg om via fotografie beeld op de lithostenen te zetten, dankzij albumine/lichtgevoelige eiwitbeschichting.

Punteertechniek

De tijdrovende punteertechniek voor chromolitho’s gaf eerst het idee om langs fotografische weg meerkleurendruk middels lithostenen te maken. Maar dat luidde de weg in naar de eerste offsetzinkplaten en vervolgens naar aluminium offsetplaten. Originele steendrukken of litho’s zijn herkenbaar door ontbreken van het gebruikelijke offsetraster, maar wel de handmatig gepunteerde verlooptinten, nergens een moet, meestal dik offsetpapier of vergelijkbaar en een stevige inktlaag; meestal meer dan vier kleuren (aparte vleestinten etc. omdat verlooptinten uit meer inktkleuren worden opgebouwd). Doorgaans haaks beeld, omdat vanaf een haakse lithosteen wordt gedrukt. Nu is de steendruk als voorloper van offset, teruggedrongen in een microniche, nog beoefend in enkele grafische ateliers.